Selecteer een pagina

Sinterklaas is net voorbij en we beginnen over peat? Jazeker. Zwarte peat nog wel! En op z’n Hollands: turf. Na een blog over wat een single malt is en een blog over vaten en finishes, gaan we in dit blog dieper in op het gebruik van turf in whisky.

Als je ooit een stevig geturfde whisky hebt gedronken weet je of je het wel of niet lekker vindt. Voor sommigen is het drinken van zo’n whisky de meest beroerde ervaring; associaties met asbakken worden vaak gelegd. Maar ook komen die enge nachtmerries omhoog, waarin je in een schimmige kliniek in het Oost-Duitse Angermünde, de meest vreselijke experimenten ondergaat. Dat je ligt vastgebonden aan een metalen operatietafel, terwijl een uit de kluiten gewassen, besnorde zuster – of meer waarschijnlijk, een oud-slagersvrouw – je regelmatig ontsmet met jodium en een 1000-dingendoekje dat al zeker voor meer dan 3000 dingen gebruikt is… Oké, ik draaf door… Feit is dat niet iedereen houdt van turf.

Maar voor een andere groep is het een geweldige ervaring. En gelukkig voor de eerste groep, kan er na verloop van tijd waardering ontstaan voor de verbrande en geturfde smaak. Zelfs zo erg, dat daarna de turf whisky niet meer aan te slepen is en alle trauma’s vervliegen in de whisky en de tijd.

 

Islay, whiskyeiland

Islay, home of the peatDe meeste whisky met peat komt van het Schotse eiland Islay (spreek uit: aj-la). Ongeveer zo groot als de helft van de provincie Utrecht. Er wonen maar 3000 mensen. Veel ruimte dus voor de elementen om het landschap te tarten met wind die zo van de oceaan afkomt. Op de één of andere manier komt het ziltige van een eiland en het zeezout in de whisky terecht. Niemand weet hoe, en dat voegt weer een mysterie aan single malt land toe.

 

Turf = gedroogd veen

Een eigen smaak en geur heeft turf dus zeker. Het doet denken aan BBQ. Op smaak brengen gebeurt bij het drogen van de gekiemde (gemoute) gerst. Daarvoor kunnen meerdere brandstoffen gebruikt worden, maar in dit geval wordt er dus turf gebruikt. Turf is gedroogd veen, en hoe dieper je graaft, hoe langer die turf die je steekt zal branden. De diepere lagen turf zijn bijna zwart en deze turf geeft dan ook een sterkere smaak af aan de gerstekorrels. Turfsmaak is sterk genoeg om ook nog overeind te blijven in het distillatieproces. Alleen tijdens het rijpingsproces vervaagt de smaak van turf. Heb je dus een oudere Islay-whisky met een sterke turfsmaak, dan heeft deze nog een finish gehad op een vat waar jonge en sterke turfwhisky in heeft gezeten.

 

PPM

turf whiskyBuiten Islay om zijn er ook andere regio’s in Schotland die een poging doen om turfsmaak te krijgen, maar ze zijn toch echt anders qua karakter. De hoeveelheid turf wordt gemeten in PPM, waarbij het aantal fenolen wordt gemeten. Globaal zegt het iets over hoeveel turf je proeft, maar ook zaken als leeftijd en hout hebben hier invloed op. Dus we kunnen het aantal PPM alleen maar globaal zien. Een paar PPM-voorbeelden per distilleerderij (gemiddelde van alle whisky’s):

  • Bunnahabhain: 1-2 PPM
  • Bowmore: 20-25 PPM
  • Caol Ila: 30-35 PPM
  • Lagavulin: 35-40 PPM
  • Laphroaig: 40-43 PPM
  • Ardbeg: 55 PPM

Dit zijn ook meteen de grootste namen van Islay. Bunnahabhain maakt geweldige whisky’s zonder peat. Bowmore heeft ook mooie whisky’s en die zijn redelijk toegankelijk. Als je niet zo van peat houdt, zou je Bowmore toch nog wel eens kunnen waarderen. Maar boven de 30 PPM moet je er echt van houden. Een aantal toppers zijn Lagavulin 16 (€ 50,-) en Ardbeg 10 (€ 40,-). Laphroaig Quarter Cask is ook een aanrader (€ 40,-). De spirit is wel vrij jong, maar omdat er kleinere vaten zijn gebruikt (quarter casks), is er sneller gerijpt. Hoe kleiner een vat is, hoe meer contact is met het hout, vandaar dat de rijping sneller gaat. Deze flessen zijn redelijk betaalbaar en je krijgt er volle smaken voor terug.

 

Eensgezind

whiskey-barrels-667386_640Sinds een paar jaar bestaat er een nieuwkomer op Islay, namelijk Kilchoman. Ze hebben op dit moment alleen nog maar jonge whisky’s met een heel eigen karakter. Maar zondermeer mooi spul! Waar de meeste distilleerderijen hun gerst bij een boer of een coöperatie inkopen, verbouwen ze bij Kilchoman hun eigen gerst. Wat het eiland Islay zo bijzonder maakt is de eensgezindheid en het elkaar helpen. Ze zien elkaar meer als collega’s dan als concurrent, en dat heeft de jongeling Kilchoman goed gemerkt bij de opstart. Kwamen ze bijvoorbeeld opslagruimte tekort, dan sprong er wel weer een concurrent bij om hulp aan te bieden. Gemoedelijk en vriendelijk dus.

 

Proeven

Heb je wel eens een proeverij meegemaakt, dan zul je waarschijnlijk ook een peated whisky ertussen hebben gehad. Deze komen altijd als laatste aan de beurt. De smaak van turf is zo sterk voor je papillen, dat elke whisky zonder peat daarna een tegenvaller is.

Wil je nou echt eens echt een zware jongen proberen? Wil je weten wat de mannen van de jongens onderscheid? Ga dan eens voor een Ardbeg Uegadail met een PPM van 100 (Rond de € 60,-). En als je wil gaan voor het maximale, dan kun je de Bruichladdich Octomore 7.2, met een PPM van 208 proberen. Deze beginnen alleen vanaf de € 150,-. Ze zijn wel elke slok hun geld waard!

Binnenkort een feestje en wil je je papillen eens wat laten ervaren? Neem dan contact met ons op voor een peated whiskyproeverij! Natuurlijk moet je van tevoren wel zeker weten dat iedereen van peat houdt. Maar daar kun je bij de slijter om de hoek gewoon eens vragen om een geturfde whisky te mogen proeven. Of door bijvoorbeeld een miniflesje van Ardbeg 10 te kopen. You will love it or hate it! In dat laatste geval, doe de groeten aan die Oost-Duitse zuster!